Duitse wijnen

Een wijntje op zijn tijd schijnt gezond te zijn. Vandaag wat meer over Duitse wijnen. Deze zijn natuurlijk niet zo bekend als Franse wijnen zoals Sauvignon Blanc of Chardonnay, maar dat maakt deze wijnen niet minder lekker. In Duitsland zijn de druivenrassen Riesling en Spätburgunder het bekendst. Driekwart van de grond om de druiven te verbouwen zijn gevuld met deze soorten. Het is dus ook logisch dat er veel gebieden zijn die verschillende soorten druiven verbouwen. Hieronder vallen onder andere de plaatsen Franken, Mosel en Sachsen. In dit artikel leest u meer over Duitse wijnen.

Riesling

De Duitse druivensoort Riesling is een witte druif. De druif is een late fruitsoort, die pas eind september of begin oktober rijp is. De dan goudgele druif heeft ondertussen ook kleine spikkeltjes gevormd op de schil. Deze druif is zeer geschikt voor het produceren van droge, elegante wijnsoorten. In tegenstelling tot de geschiktheid voor droge wijnen, is deze druif bekend geworden door het voortbrengen van zoete wijnen. Het grote voordeel van deze wijn is het feit dat ze niet lang hoeven te rijpen; ze zijn zeer lekker als ze jong gedronken worden. Omdat deze wijn grote klasse heeft en lang houdbaar is, was het prijskaartje van deze wijn vroeger vaak hoger dan de wereldberoemde wijnen uit Bordeaux. Deze wijn kunt u bijvoorbeeld proeven bij Tante Margaux, naast het aanbod van Duitse wijnen. Naast Duitsland is de Riesling ook zeer bekend in Oostenrijk, Italië, Hongarije, Luxemburg, de Verenigde Staten en Australië.

Spätburgunder

De Spätburgunder is in Duitsland zeer bekend. In Frankrijk noemt men deze wijn ook wel Pinot Noir, zwarte druif. Deze druiven zijn blauw, ook wel zwart genoemd, dun van schil en hebben een compacte tros. Hoewel deze druifsoort moeilijk is om te telen, omdat ze erg gevoelig is voor rotting en ziekten, is het toch een wereldberoemde wijn geworden. Ook heeft deze druif de mogelijkheid om gemakkelijk te muteren, waardoor veel verschillende soorten Pinot Noir ontstaan, voor ieder wat wils. De druiven oogst men meestal rond half september, maar in het hoge noorden oogst men ze midden oktober. De druif groeit het beste in warme klimaten en op een kalkstenen grond. Een bodem van leisteen is ook geschikt. Wat deze wijn zo aantrekkelijk maakt, zijn de geur en smaak, ook al is de kleur niet zo bijzonder. Daarnaast is het mogelijk om de druif lang te laten rijpen, waardoor de zachtheid en soepelheid extra aangesproken worden. Daarnaast gebruikt men de Spätburgunder ook voor bijvoorbeeld Champagne of Rosé.

Wijnstreken

Wanneer u op vakantie gaat naar Duitsland, is het zeer aantrekkelijk om een wijnvakantie te proberen. De bekendste wijnstreken zijn bijvoorbeeld Ahr en Franken. Als u bijvoorbeeld denkt om naar die plaatsen te gaan, is de Spätburgunder een ideale uitkomst om te proeven. Daar komt bij dat deze streken in de buurt van Düsseldorf liggen, waar er veel mogelijkheden zijn om te verblijven, te genieten van de cultuur en te parkeren.